Patiënten ervaren vaker bijwerkingen van radiofarmaca dan verwacht

Radiofarmaca zijn geneesmiddelen die radioactiviteit naar een deel van het lichaam brengen. Meestal met als doel diagnostiek, zoals een PET-scan, maar soms ook om aandoeningen te behandelen.

Op basis van literatuur wordt de frequentie van bijwerkingen bij gebruik van radiofarmaca erg laag ingeschat: 1,6 bijwerkingen per 100.000 toedieningen. Een belangrijke beperking van deze data is dat bijwerkingen spontaan gemeld werden aan bijvoorbeeld zorgverleners in ziekenhuizen.

In een prospectief vragenlijstonderzoek bij 1002 patiënten onderzochten Schreuder en zijn collega’s hoe vaak en welke bijwerkingen patiënten rapporteerden na gebruik van een radiofarmacon. In totaal meldde 18,7% van de patiënten minimaal één bijwerking, met algemene bijwerkingen (42%, onder andere ‘een warm gevoel’) en neurologische bijwerkingen (17%, onder andere hoofdpijn) als meest frequente bijwerkingen.

De meeste bijwerkingen (80%) traden op vlak na toedienen. De frequentie van bijwerkingen van diagnostische radiofarmaca waarbij een causale relatie aannemelijk was (‘adverse drug reaction’) werd vastgesteld op 2,8%. Er werden geen ernstige bijwerkingen aan radiofarmaca gerelateerd.

Dit onderzoek laat zien dat veel meer patiënten bijwerkingen ervaren bij gebruik van radiofarmaca dan bekend is uit de literatuur. Zorgverleners kunnen deze uitkomsten gebruiken om patiënten beter te informeren over de bijwerkingen die zij kunnen verwachten bij toediening van radiofarmaca.