Voorspelbaarheid van astma-exacerbaties bij kinderen

In een grote databasestudie onderzochten Engelkes et al. hoe vaak ernstige astma-exacerbaties bij kinderen voorkomen en welke factoren daarmee samenhangen. Daarvoor is de IPCI-database gebruikt, die gegevens bevat van meer dan 450 Nederlandse huisartsen. Uit deze database zijn kinderen tussen 5 en 18 jaar geselecteerd met minstens twaalf maanden historie. Een ernstige astma-exacerbatie werd gedefinieerd als een ziekenhuisopname, een bezoek aan de spoedeisende hulp of een voorschrift voor orale corticosteroïden voor ten minste drie dagen. Het aantal exacerbaties werd gerelateerd aan het aantal jaren dat de patiënt in de database te vinden was.

Van de 176.516 kinderen bleken 14.303 astma te hebben. Dit kwam overeen met 35.118 patiëntjaren. De gemiddelde incidentie van exacerbaties was 2,1 per 100 patiëntjaren. Voor kinderen die astmamedicatie krijgen, was de incidentie bijna het dubbele: 4,1. Dit betekent dat 4 op de 100 behandelde kinderen in een jaar een ernstige astma-exacerbatie krijgen. In de periode tussen 2000 en 2011 is deze incidentie nauwelijks veranderd.

De belangrijkste risicofactor voor een exacerbatie was een ernstige exacerbatie in de twaalf maanden ervoor: 1 op de 4 kinderen met een ernstige exacerbatie kreeg er binnen het jaar opnieuw een. Dit laatste benadrukt het belang van goede monitoring van kinderen die een ernstige exacerbatie hebben gehad.