Klinisch beslissingsondersteunende interventie om de naleving van richtlijnen voor tromboseprofylaxe te verbeteren

Ongeveer 3% van de in het ziekenhuis opgenomen niet-chirurgische patiënten en 11% van de patiënten met een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie (VTE) ontwikkelt VTE zonder adequate profylaxe. Juist gebruik van tromboseprofylaxe kan bij hoogrisicopatiënten de incidentie van VTE met 80% verlagen.

Het doel van deze studie is om het effect te bepalen van veelzijdige interventies op naleving van bestaande richtlijnen voor tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische patiënten. De interventies bestaan uit ondersteuning bij klinische beslissingen in het elektronisch patiëntendossier (EPD), gerichte opleiding, een app en monitoring van dubbelmedicatie door apothekers.

In totaal werden 170 patiënten geïncludeerd, 85 patiënten in T0 (voor de interventie) en 85 patiënten in T1 (na de interventie). Er waren 55 patiënten met een hoog risico op VTE in T0 en 51 in T1. In het algemeen zorgden de interventies voor een verhoging van richtlijnadherentie van 49,4% naar 82,4%. In de groep patiënten met een hoog risico op VTE steeg de richtlijnadherentie van 54,5% naar 84,3%. Volgens de auteurs had klinische beslissingsondersteuning binnen het EPD de meeste invloed op het juist volgen van de richtlijn. De resultaten van deze studie waren afhankelijk van het vastleggen van risicofactoren in het EPD door zorgverleners. Indien dit niet gebeurde, was het ook niet mogelijk om een risicoscore te berekenen.

Geconcludeerd wordt dat deze interventies hebben gezorgd voor een toename van richtlijnadherentie met 33%. Daarmee kunnen potentieel 261 VTE-gevallen per jaar worden voorkomen in het Elisabeth TweeSteden Ziekenhuis.